Source text in Dutch | Translation by Raquel Cardoso (#22252) |
In de zeventiende eeuw krijgt de term carnaval in Europa de overhand voor feesten die zich kenmerken door vermommingen, ommegangen, de instelling van een spotheerschappij met een eigen hiërarchie en uitbundig eten en drinken. In de middeleeuwen sprak men van de Vastenavondviering, waarin men nog één keer luidruchtig kon feestvieren met veel spijs en drank om vervolgens vanaf Aswoensdag de Rooms-katholieke vastentijd in te gaan als voorbereiding op Pasen. In één van de verklaringen voor het woord carnaval wordt de relatie tussen dit uitbundige feest en de daarop volgende vasten gelegd: carne vale betekent vlees vaarwel. Een andere verklaring voor het woord bestaat uit de veronderstelde afleiding van carrus navalis, een scheepswagen die in de Vastenavondtijd door de straten werd getrokken met aan boord vermomde vierders. Carnaval in Nederland Het carnaval is een feest dat vooral in de provincies Limburg en Noord-Brabant drie dagen lang het dagelijks leven in zijn greep heeft. Carnavalsvierders trekken verkleed door de straten en zoeken elkaar op in kroegen en feestzalen. De feestlocaties zijn versierd met maskers en serpentines en de feestmuziek kent zijn eigen carnavalsrepertoire. Het tijdstip van de viering is afhankelijk van de wisselende datum waarop Pasen jaarlijks gevierd wordt. De zevende zondag voorafgaande aan Paaszondag is carnavalszondag. De vele Prinsen Carnaval nemen op carnavalszaterdag of -zondag voor drie dagen op rituele wijze de macht van de burgerlijke autoriteiten over in dorpen en steden (de machtsoverdracht of sleuteloverdracht) en vieren met hun onderdanen, de carnavalsvierders, de tijdelijke vestiging van hun narrenrijk. Carnavalsvierders verkleden zich in een door hun gewenste uitdossing en nemen in een driedaagse carnavalsroes bezit van de straat en de café’s. Op één van de drie carnavalsdagen trekt de optocht door de straten: de zegetocht van Prins Carnaval. En op carnavalsdinsdag rond middernacht wordt in veel plaatsen in een collectief afsluitingsritueel afscheid genomen van het narrenrijk en zijn Prins. Carnavalsmascottes en symbolen worden dan verbrand, begraven of verdronken. Op Aswoensdag wordt het dagelijkse leven weer opgepakt. | No século 19, o termo carnaval passou a distinguir-se na Europa por festivais que se caracterizavam por disfarces, cortejos, o estabelecimento de um sistema social libertino com hierarquia própria e por comida e bebida em abundância. Na idade média, falava-se da comemoração da Terça-feira Gorda, quando se podia, mais uma vez, celebrar ruidosamente com muita comida e bebida para, em seguida, a partir da quarta-feira de cinzas, dar início a Quaresma como preparação para a Páscoa. Uma explicação para a origem da palavra Carnaval seria a relação entre essa celebração profusa e o período seguinte de abstinência: “carne vale” significa “adeus à carne”. Outra explicação para a palavra provém da suposta derivação de “carrus navalis”, um carro alegórico em forma de navio puxado nas ruas, carregando foliões fantasiados a bordo. Carnaval nos Países Baixos O carnaval é uma festa que, durante 3 dias, domina o cotidiano, sobretudo nas províncias de Brabante do Norte e Limburgo. O foliões vão às ruas fantasiados e se juntam em salões de festa e bares. Os locais de folia são decorados com máscaras e serpentinas e a música possui um repertório carnavalesco próprio. O período da comemoração varia de acordo com a data móvel em que a Páscoa é anualmente celebrada. O sétimo domingo antecedente à Páscoa é o domingo de Carnaval. Os muitos Príncipes do Carnaval recebem oficialmente das autoridades civis, o poder sobre as cidades e lugarejos por três dias (a transferência de poder ou a entrega da chave da cidade) e festejam com seus súditos, os foliões, a instauração temporária de seus reinados. O foliões se fantasiam com suas indumentárias preferidas e tomam conta das ruas e bares nos 3 dias de euforia carnavalesca. Em um dos três dias de carnaval, sai o desfile pelas ruas: o glorioso desfile do Príncipe do Carnaval. E, por volta da meia-noite da Terça-feira Gorda é realizada, em várias localidades, a despedida dos Príncipes e seus reinados, num ritual coletivo de encerramento. Símbolos e mascotes de carnaval são queimados, enterrados ou afogados. Na quarta-feira de cinzas, a vida volta ao normal. |